infotekst:
RENÉ WOHLHAUSER · KASAMARÓWA DE KASAMARÓWA-CYCLUS
Blaas voor sopraan en bariton is tevens het tweede stuk in de cyclus Iguur – Blay – Luup, wat op zijn beurt het vierde deel van het grote is Marakra-cyclus is, en het eerste stuk van de Kasamarówa-cyclus. Het vertegenwoordigt dus een soort splitsingspunt, een splitsing van een muzikale ontwikkelingsstroom in twee onafhankelijke stroomsystemen.
Dit stuk gaat over het verkennen van de verschillende gebieden tussen gefluisterd, gesproken en gezongen, over de zoektocht naar hiaten en naar een andere categorie materiaal dat noch gesproken noch gezongen wordt. Het doel is om fragiele staten van vocale expressie hoorbaar te maken. Marakra-code 02.2 voor sopraan en bariton (2011), op zijn eigen gedicht tussen klankpoëzie en semi-semantiek, een Code is onder andere een sleutel voor het omzetten van gecodeerde teksten in platte tekst en omgekeerd. In morsecode wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met een punt Functie of illustratie van de letter “e”. Of in de techniek wordt er gekeken naar snelheid Functie van het pad en de tijd. Uom Raswékje voor sopraan en bariton (2012), op eigen door formant gegenereerde fonemen, Er bestaat de mogelijkheid om een tekst (of meerdere teksten) op traditionele wijze op muziek te zetten, waarbij de muziek de sfeer van de tekst weergeeft. Het is ook mogelijk dat de muziek de tekst op ironische wijze in twijfel trekt of tegenspreekt. Verder is het mogelijk dat de muziek bewust tegen de tekst in is gecomponeerd. Als verdere variant kan de muziek zo worden vormgegeven dat deze niet reageert op de tekst en een eigen pad volgt. Meer nog voor sopraan en bariton (2013), gebaseerd op zijn eigen klankpoëtische tekst, Als elke tekst te profaan lijkt om op muziek te worden gezet, is de enige optie die overblijft de volledige afwezigheid van de tekst. (Litteraire teksten van hoge kwaliteit kunnen alledaags worden en daarom ongeschikt als ze te vaak zijn gebruikt en daardoor versleten en versleten lijken. Dit verlies aan inhoud treedt op wanneer de essentie zijn kracht heeft uitgeput. Wanneer wat versleten is, wordt hergebruikt, lijkt het triviaal en oppervlakkig .) De volledige afwezigheid van tekst leidt tot pure vocale muziek. Kasamarówa voor sopraan en bariton (2014), gebaseerd op zijn eigen klankpoëtisch gedicht, Verwijzend naar de klassieke vocale polyfonie, die de basis vormde voor de westerse polyfonie sinds het Notre Dame-tijdperk in de late middeleeuwen, gaat dit stuk over de terugkeer naar de essentiële expressieve parameters van deze compositiemethode om een magische staat te bereiken. De melodisch-horizontale dimensie van de beweging en de contrapuntische intervalkwaliteit van de harmonie creëren een stroom in de tijd. Deze tijdsstroom gaat in de eerste plaats over het verkennen van de specifieke kleuren van de intervallen en hun kleurrelaties met elkaar. IGUUR voor bariton solo (2009), gebaseerd op zijn eigen klankpoëtisch gedicht, Verschillende textuurtypes karakteriseren het stuk Iguur voor bariton solo: In het begin worden massale noodkreten in de stilte geworpen, van elkaar gescheiden door pauzes van spanning. Langzaam maar zeker wordt dialectisch contrastmateriaal geïnfiltreerd (quasi gesproken). Na een accentuering van de contrasten in het 2e deel wordt het 3e deel veel dichter en levendiger, eindigend in lange tonen en een volledige maatpauze als compensatie. De glissandi staan formeel aan het begin van het 4e deel, dat nu specialer en experimenteler is, totdat iets voor het eerst goed gesproken het begin markeert van het laatste deel, waarin verschillende soorten texturen samenkomen. DE SULAVEDISCHE CYCLUS De zevendelige cyclus is zo vormgegeven dat elk stuk een ander aspect behandelt: transparantie, akkoorden, resolutie/punctualiteit, op het randje van zang, muzikaal spreken, klavieroppervlaktespel, onduidelijkheid. Deze volgorde geeft ook de richting van de muzikale ontwikkeling aan. De volgorde van de stukken is: 1. gelsüraga voor sopraan en piano (2005), Ergon 31, nr. 1, muziekwerknummer 1183 De stem doorloopt een transformatieproces van normaal zingen via technieken van het zogenaamde Nieuwe Zingen naar muzikaal spreken in verschillende combinaties, terwijl de piano van normaal geluid via pauzes overgaat naar gewoon luidruchtig spelen op het toetsenbord. Door de toenemende bezettingswisselingen of bezettingsvarianten die met dit transformatieproces gepaard gaan (vocaal duo of solo, muzikaal spreekduo of solo, noise sound duo, donkere piano solo; vandaar de differentiaties in de titels), wordt de aanvankelijk traditionele piano lied of liedduo wordt esthetisch opgebroken, vooral omdat de klankpoëtische teksten geleidelijk oplossen en in het laatste stuk volkomen stil vallen. Elk klankpoëtisch gedicht in de eerste drie delen van de cyclus heeft een op zichzelf staande taalkundige kleuring en ritme en ook zoiets als de grammaticale structuur van een kunstmatige taal. Maar ze worden als het ware alleen semantisch geladen door de gebaren van de muziek. Hierdoor klinken ze als een taal die je soms denkt te begrijpen, maar die je vervolgens niet helemaal begrijpt. (Je kunt in de titel al zien dat er niet ‘Sulawesiaans’ staat, maar eerder ‘Sulawedisch’.) Deze beweging op de grens van begrijpelijkheid en dus ook op de grens van controleerbaarheid tussen bewust en onbewust, waar je wellicht een glimp van kunt opvangen de visie van een andere klankwereld is iets dat mij zeer interesseert. De vocale teksten zijn ook te vinden op www.renewohlhauser.com |
programma:
Kasamarówa De Kasamarówa-cyclus 43:30 [07] Iguur voor bariton solo (2009) 04:27 De Sulawedische cyclus 25:51 Totale speelduur: 73:48 Wereldpremière opnames Christine Simolka, sopraan |
Persrecensies:
03/2017 „Die ‚Wohlhauser-Edition‘ bei NEOS steht mit Kasamarówa nun sozusagen bei „Band“ 4. Die CD vereint zwei Zyklen (…) Hier greifen also Flusssysteme und Sprachsysteme einer persönlichen Geographie ineinander (…) Aufgenommen und produziert sind die Stücke höchst sorgfältig, und das Duo Simolka-Wohlhauser liefert archaische Spracharbeit und eine intonatorische Meisterleistung ab. (…) macht die beiden CDs*, die auch in den Booklet-Texten detailreiche Informationen mitgeben, zu weit mehr als bloßer Werkdokumentation.“ (Andreas Fatton) * Andreas Fatton schreibt in seinem Artikel über zwei NEOS-CDs mit Musik von Wohlhauser: „Kasamaròwa“ und „Manía“ (NEOS 11416) |