,

Thomas Blomenkamp: Orkestwerken – Kamermuziek – Pianomuziek

17,99 

+ Gratis verzending
Item NEOS 11205-06 Categorieën: ,
Gepubliceerd op: 11 mei 2012

infotekst:

“Raming Order” – muziek van Thomas Blomenkamp

»De stelregel is van toepassing: geen enkele ideologie, geen dogma's, geen vaste esthetiek. Er moet muziek worden gemaakt die op zichzelf blijft bestaan en weet de aandachtige luisteraar te ontroeren, aan te trekken en/of te ontregelen, althans niet onverschillig te laten." Zo omschrijft Thomas Blomenkamp zijn compositorische werk. Het grote succes dat altijd gepaard gaat met de uitvoeringen van Blomenkamps werken is enerzijds te danken aan de vrijheid van ideologie die hij beoefent, en aan de directe, vaak bijna fysieke werking van zijn muziek op de ontvanger. Maar tegelijkertijd is Blomenkamps tonale taal zeer herkenbaar en heeft een onmiskenbare tonale fysionomie; Zijn composities zijn vaak opgebouwd uit de kleinste motiefcellen. En tenslotte zijn emoties en intellect bij Blomenkamp, ​​die veel belang hecht aan ‘geen onderbuikcomponist zijn’, in een precies uitgebalanceerd evenwicht. Niet voor niets hangt er een citaat van de Franse toneelschrijver Antonin Artaud aan de muur van zijn studeerkamer: "Alles moet met precisie in een razende orde worden gebracht."

Blomenkamps meest uitgebreide orkestwerk tot nu toe Vijf stukken voor groot orkest, danken hun bestaan ​​aan een opdracht van de Tonhalle Düsseldorf en gingen in januari 2008 in première door het Düsseldorf Symphony Orchestra onder leiding van John Fiore. Fiore had geen speciale wensen ten aanzien van de cast: “Doe wat je wilt”, zei hij tegen de opgetogen componist. Blomenkamp koos een werk waarin hij met zijn middelen “het orkest op de proef wilde stellen”. De vijf delen zijn gerangschikt in de volgorde snel-langzaam-snel-langzaam-snel, in boogvorm. Het inleidende ‘Preludio’ beschrijft enerzijds een volledig gecomponeerd accelerando, maar anderzijds is er, zoals vaak het geval is in Blomenkamps muziek, sprake van een conflict tussen dynamische en statische elementen. In het ‘Canto’ zingt de zelden gebruikte Heckelphone, een baritonhobo, een lange, meeslepende melodie. De muziek van het vertinde "Scherzo" lijkt af en toe op een reuspoging tot walsen. De agressiviteit die zeker aanwezig is, lijkt echter getemperd door het dansachtige karakter. De dominante geluidsdrager van de “Notturno” is de solocellogroep. De nachtrust wordt echter verstoord door veelvuldige, indringende tussenwerpsels van de bas- en snaredrums - een bedreigde idylle. In de finale zijn er verwijzingen naar de voorgaande delen; Tegelijkertijd beweegt de muziek zich onverbiddelijk naar haar energieke afsluiting.

Af en toe, zo schrijft Blomenkamp, ​​krijgt hij tussen de grootschalige werken door ‘een honger naar de kleine vorm’. Ze zijn ontstaan ​​vanuit een dergelijke behoefte Sept Desserts Ritmiques (2006) voor blaaskwintet. De titel is, in de woorden van de componist, "een knipoog naar Erik Satie." Ook in deze korte, puntige en ritmisch bondige stukken speelt het element ‘faire plaisir’, dat een groot deel van de Franse muziek kenmerkt, een belangrijke rol. Hier vind je een rustig gevoel voor humor, wat uiterst zeldzaam is in de hedendaagse muziek, vooral in de Duitse muziek. De uitdrukking van het laatste deel, ‘Con delicatezza’, zou als motto voor de hele cyclus kunnen dienen.

De eerste maten van. lijken een buiging voor de grote kamermuziektraditie Toccata, tombeau en torso voor pianokwartet, opgericht in 2009 voor het Rivinius Pianokwartet en door hen gelanceerd in januari 2011. “Alles wat ik componeer is ook een weerspiegeling van wat ik vanuit de muzikale traditie heb geïnternaliseerd”, zegt Blomenkamp. Het geluidsmateriaal voor ‘Tombeau’ is de in noten vastgelegde voornaam van een van de overleden jeugdvrienden van de componist. Het dynamische element van het inleidende “Toccata” en de introversie van het middendeel worden samengebracht in het afsluitende “Torso”, waarbij de titel niet bedoeld is om fragmentatie aan te duiden, maar eerder verwijst naar de thematische fragmenten die tot grote dichtheid zijn samengeperst in deze finale.

Blomenkamp omschrijft zijn twee pianostukken als ‘twee kanten van dezelfde medaille’. Barcarole en Nocturne: "Beide stukken zijn monolithisch, blijven 'bij zichzelf', volgen elk een soundtrack en divergeren niet naar andere gebieden." En toch kunnen de twee werken qua karakter nauwelijks meer van elkaar verschillen. Weinig herinnerd in degene die in 1988 werd gemaakt Barcarole van een zachtjes schommelende boot, zoals de titel misschien doet vermoeden. Het schip van Blomenkamp begeeft zich daarentegen vanaf het begin op gevaarlijke wateren. Het consequent tweedelige stuk creëert centrifugale krachten en laat energieën vrij die zowel luisteraars als artiesten dreigen te verslinden. “Ik heb het eigenlijk nog een keer flink moeten oefenen”, schreef pianist Stefan Irmer een paar dagen voor de opname van deze cd aan Blomenkamp, ​​“en soms weet ik niet of ze voor jou een plekje moeten reserveren in de hemel of in de hel… « . Samengesteld in 1998 Nocturne Aan de andere kant oogt het stil, statisch en teruggetrokken. De ostinato herhaalde langzame akkoorden houden de muziek op de grond, terwijl dynamische uitbarstingen naar het zonlicht mikken. In de woorden van Blomenkamp is het 'muziek van onuitgesproken gedachten, gefluisterde woorden, stille gebaren, moeizame stappen, fragiele staten'.

Net als de Vijf Orkeststukken beschrijft dit ook Muziek voor viool, cello, piano en orkest, gecomponeerd in 2003, een strijkstokvorm, maar dan in één beweging. De muziek komt voort uit de stilte en zakt er op het einde weer in weg. Al aan het begin, dat qua melismatiek enigszins doet denken aan muziek uit het Verre Oosten, voel je een concrete ‘toonpool’ waaruit het werk zich ontwikkelt. Blomenkamp spreekt van de “poging om kleine motiefkiemen tot de grootste ontwikkeling te brengen.” Er is hier geen concurrentie tussen solisten en orkest, maar de twee toonniveaus vullen elkaar aan en komen uit elkaar voort. De kleurrijke orkestratie met instrumenten als klokkenspel, vibrafoon en glasharp in de slagwerksectie past bij het overwegend rustige, oscillerende karakter van de muziek.

Een blik op de zintitels van de Suite voor cello-solo – Prelude, Double, Courante, Air, Gigue – onthult de inspiratie voor dit werk: de instrumentale muziek uit de barok, uiteraard vooral de cellosuites van Johann Sebastian Bach. Het compacte, maar uiterst veeleisende werk werd geschreven voor Blomenkamps vriend, solocellist van het Düsseldorf Symphony Orchestra, Nikolaus Trieb, die het ook in juni 2010 in première bracht.

De meest recente compositie van dit cd-portret, Animato, Adagio en Agitato voor pianokwintet, is vanwege de instrumentatie en titel nauw verwant aan het zusterwerk voor pianokwartet, toccata, tombeau en torso. Ook hier is het middendeel een muzikale herdenking van een overleden vriend. De klankwereld van dit adagio beweegt zich tussen treurzang en "Marcia funebre", waarin men cijfers lijkt te herkennen die vaak muziek karakteriseren met een aandenkend karakter - het aarzelende ritme, diepe individuele noten in de piano - maar zonder daadwerkelijk de tonale taal van andere componisten. leek op. Hooguit misschien over een afstand van eeuwen: een meester uit het verleden die Blomenkamp bijzonder na aan het hart ligt, is Franz Schubert. En is het niet alsof juist in dit Adagio, dat door de tonale taal van Blomenkamp naar het heden wordt overstegen, de melancholie van Schubert al van verre verschijnt?

Thomas Schulz

programma:

CD 1

Vijf stukken voor groot orkest (2007) 30 uur
Werk in opdracht van de Düsseldorfse Tonhalle
Live opname van de wereldpremière

[01] voorspel 04:35
[02] zang 05:57
[03] Grap 05:42
[04] Nacht 08:14
[05] Finale 06:04

Dusseldorfer Symphoniker · John Fior, dirigent

Sept Desserts Ritmiques voor blaaskwintet (2006) 14:51

[06] Semperpiano en leggiero 01:29
[07] Calmo-Vivo 01:45
[08] Eenvoudig en piano 03:18
[09] met fuoco 02:15
[10] Con slancio 01:38
[11] Calmo, ma met moto 02:48
[12] met delicatesse 01:44

Blaaskwintet van het Düsseldorf Symphony Orchestra
Ruth Legelli, fluit · Gisela Hellrung, hobo · Adolf Münten, klarinet
Egon Hellrung, hoorn · Martin Kevenhörster, fagot

Toccata, tombeau en torso voor pianokwartet (2009) 18:51
Werk in opdracht van het Duisburg Philharmonic Orchestra
voor het Rivinius Pianokwartet
Live opname van de wereldpremière

[13] Toccata 04:26
[14] graf 08:56
[15] Torso 05:39

Rivinius Pianokwartet
Siegfried Rivinius, viool · Benjamin Rivinius, altviool
Gustav Rivinius, cello · Paul Rivinius, piano

[16] Barcarole voor piano (1988) 08:08

Stefan Irmer, piano (Fazioli F228)

totale tijd 72:46

 

CD 2

[01] Nocturne voor piano (1998) 14:37

Stefan Irmer, piano (Fazioli F228)

[02] Muziek voor viool, cello, piano en orkest (2003) 21 uur
Werk in opdracht van de Nordwestdeutsche Philharmonie
en de Kunststiftung NRW voor “Ontmoeting met Beethoven 2004”
Live opname van de wereldpremière

Trio Opus 8
Eckard Fischer, viool · Mario De Secondi, cello · Michael Hauber, piano
Nordwestduitse Philharmonie · Frank Beerman, dirigent

Suite voor cello-solo (2010) 12 uur
Werk in opdracht van de Meerbuscher Kulturkreis

[03] Inleiding 02:19
[04] Dubbel 02:00
[05] Huidig 02:08
[06] Air 02:59
[07] gigue 03:01

Nicolaas Trieb, cello

Animato, Adagio en Agitato voor pianokwintet (2010) 15:26
Werk in opdracht van de Düsseldorfer Symphoniker
en de premier van de deelstaat Noordrijn-Westfalen
voor het Lambertus Pianokwintet en “Schumann 2010”

[08] Animato 04:22
[09] Adagio 04:53
[10] agitato 06:10

Lambertus Pianokwintet
Franziska Früh, viool · Cristian-Paul Suvaiala, viool · Ralf Buchkremer, altviool
Nikolaus Trieb, cello · Thomas Blomenkamp, ​​piano

totale tijd 64:10

Persrecensies:


05/2013

Thomas Blomenkamp, ​​geboren in 1955 in Düsseldorf: een freelance componist, uitsluitend toegewijd aan de muzikale traditie voor zover deze aanspreekbaarheid en begrijpelijkheid mogelijk maakt. […] Blomenkamp is niet alleen componist, maar beheerst als concertpianist en kamermuziekpartner ook de muzikale stof direct. […] Ongetwijfeld een introverte muzikant, maar niet iemand die zich beweegt in gereduceerde, klankarme of louter micrologische ruimtelijke formaties.

[…] Muzikaal gezien brengen de twee cd’s zeer competente implementaties van Blomenkamps esthetiek over.

Bernhard Uske

www.dasorchester.de


05.10.2012

Goedgehumeurde moderniteit

De componist Thomas Blomenkamp, ​​geboren in 1955 in Düsseldorf, is een van de grote Duitse verwachtingen van zijn gilde.

Zijn debuutdubbelalbum, uitgebracht op het NEOS-label, presenteert aangrijpende orkest-, kamer- en pianomuziek, gemaakt tussen 1988 en 2010. De intense, soms zeer kwetsbare, maar altijd pakkende (en huiddiepe) klankcreaties, zoals die lijkt op een klaaglied “Animato, Adagio en Agitato” voor pianokwintet of het meditatief-fragiele “Muziek voor viool, cello, piano en orkest” zijn hoorbaar door de “schakelcentra” van de moderniteit gegaan, maar blijven in hun gebroken gebaar uiteindelijk geëngageerd aan het klassiek-romantische schoonheidsideaal.

Dit geldt zowel voor de “kleine” werken zoals de “Suite for Cello Solo” als voor het grootschalige “Five Pieces for Large Orchestra”.

De uitvoerders, zoals het Düsseldorf Symphony Orchestra of het Lambertus en Rivinius Pianokwintet, houden een meeslepend pleidooi voor ontroerende muziek van onze tijd.

Drie vragen aan componist Thomas Blomenkamp

Ben jij een laat romanticus of waar zie jij jezelf?

Ik zie mezelf in de Europese traditie. Mijn grote liefde is naast Bach eigenlijk de Romantiek en hier de componisten Schubert, Schumann en Brahms. Bartók en Stravinsky behoren ook tot de componisten die ik zeer waardeer.

Haar composities geven stem aan gevoel en intimiteit. Deze zaken werden en worden vaak kritisch bekeken...

Kun jij gevoel en intimiteit componeren? Ik geloof het niet. Ze worden bij de luisteraar opgeroepen omdat hij bepaalde geluiden associeert met zijn gevoelens. Daar kan ik niets mis mee vinden, iedere componist wil zijn publiek raken. In Duitsland kan de angst voor ‘expressie’ uiteraard historisch verklaard worden, niet in de laatste plaats door het misbruik van muziek onder het nationaal-socialisme.

Je cd bevat orkest-, kamermuziek- en solowerken. Welke rol spelen genres in jouw muziek?

De termen symfonie, concerto en sonate komen (nog) niet voor in mijn werkencatalogus - opera en lied wel, al verschijnt dat laatste zelden als pianolied. Ik zie genres niet als vaste grootheden. De vorm van mijn werken is belangrijk voor mij, de verhoudingen, de contrasten, een zekere klassieke symmetrie.

Burkhard Schäfer


DÜSSELDORFER CULTUUR
10/2012

Desserts, kleintjes en oude vleugels

van Wolfram Görtz

Drie nieuwe klassieke cd's zijn nauw met Düsseldorf verweven: pianist Tobias Koch ontdekt de voormalige kapelmeester Ferdinand Hiller, Udo Falkner wijdt zich aan het pianodagboek van Georg Kröll - en componist Thomas Blomenkamp wordt uitgebreid geportretteerd.

[…] Ook de nieuwe portret-cd van componist Thomas Blomenkamp (57), die in Meerbusch woont en deel uitmaakt van het uitgebreide denkerscollectief in de hoofdstad en hier geboren is, is een waar genot.

De dubbel-cd bevat onder meer het “Five Pieces for Large Orchestra”, dat de schrijver van deze regels nu nog beter bevalt dan bij de première in 2007, en bevat ook het voortreffelijke “Sept Desserts Rythmiques” voor blaasinstrumenten en de bijna vibrerende “Barcarole” voor piano (waaruit blijkt dat Blomenkamp een briljante pianist is als bijbaan).

Verschillende muzikanten uit Düsseldorf en omgeving voorzien de vriend en collega van uiterst geanimeerde interpretaties.

 


05.07.2012

Vrij pulserend: werken van Thomas Blomenkamp op een nieuwe dubbel-cd

(nmz) – De componist Thomas Blomenkamp werkt succesvol voor bekende orkesten en solisten; zijn oeuvre omvat vrijwel alle genres, van miniaturen voor piano tot grote opera. Hij is vertegenwoordigd in kamer- en orkestrepertoireseries en op internationale festivals, en talloze werken zijn opgenomen door omroepen. Mode of marktdruk hebben hem nooit beïnvloed. Nu presenteert de 57-jarige zijn eerste dubbel-cd: een dwarsdoorsnede van zijn instrumentale werk - compromisloos en spannend.

De vijf stukken voor groot orkest leiden rechtstreeks naar de klankwereld van de componist, een rijk van de mooiste kleuren en instrumentatie, verfijnde ritmes en (a)tonaliteit. Fijne cantilena's zweven over dichte clusters, gevlekte dansachtige meters balanceren met krachtige blokken van de strijkers, koperblazers en pauken. Harmonie en dissonantie, schubben, vlakken, lagen – alles is op natuurlijke wijze met elkaar verweven, vloeit met grote adem en is toch helder en transparant gevormd. Het Düsseldorf Symphony Orchestra onder leiding van John Fiore speelt spannend dynamisch. Ze geven glans en uitbarstende tuttiruimte aan het kleinste solomotief.
Elk van de acht werken op deze dubbel-cd heeft zijn eigen precieze structuur en basiskleur: een Nocturne voor piano (Stefan Irmer) klinkt nogal gesloten en naar binnen grijpend, als een pijnlijke rebellie Animato, Adagio en Agitato voor pianokwintet (Lambertus Piano Quintet) , De suite voor cello solo (Nikolaus Trieb) is sensueel virtuoos.

Alle muzikanten spelen in topvorm en je voelt dat Blomenkamp voor hen componeert. De rijkdom van individuele expressie is belangrijk voor hem. Hij geeft zelfs het kleinste detail de tijd om zich te ontvouwen ─ en geeft het publiek ruimte voor verbeelding. Niets monumentaals of abstracts blokkeert de toegang; muzikale processen zijn doordringbaar, slank en tastbaar. Er zijn flitsen van Aziatisch of Arabisch gekleurde splinters, er zijn korte momenten van herinnering aan J.S. Bach, Schubert, Satie, Stravinsky of Sjostakovitsj. Geen enkele gedachte lijkt lang, geen enkel gevoel lijkt overweldigend. De muziek van Blomenkamp pulseert vrij en consistent. Het geeft vorm, omvang en poëzie aan de stem van het hart.

Bewertung: 

Annette von Wangenheim

www.nmz.de


29.06.2012

Etalage van componist Thomas Blomenkamp

van Regine Müller

Het eerdere werk van Thomas Blomenkamp omvat zo'n zeventig composities. De in Düsseldorf geboren componist, woonachtig in Meerbusch, heeft zich aan vrijwel alle klassieke genres gewijd, van solostukken tot kamermuziek en stukken voor kinderen tot de avondvullende opera “The Idiot” gebaseerd op de roman van Dostojevski, die in première ging in het Theater Krefeld-Mönchengladbach in 70.

Sinds 1982 werkt de leerling van Jürg Baur volhardend en afgezonderd van de drukte van de avant-gardescene aan zijn werk, waarbij hij het met grote regelmaat naar veelgeprezen premières brengt, hoewel – of misschien juist omdat – zijn muzikale taal ook niet in lijn met de huidige mode, noch met een van de populaire scholen kan worden toegeschreven.

Blomenkamp is geen fan van muzikale materiaalgevechten en geeft elektronisch gegenereerde geluiden en technische upgrades een ruime voorsprong. Hij noemt dit soort dingen sceptisch ‘machinery’ en gelooft sowieso niet in vooruitgang in de muziek, maar eerder in diversiteit.

Een focus van Blomenkamps werk ligt op kamermuziek, aangezien hij een geschoolde pianist is.

Op het label “NEOS” is zojuist een dubbel-cd verschenen met een mooie dwarsdoorsnede van zijn werk. Inbegrepen zijn onder meer extreem sfeervol dichte kamermuziek zoals “Toccata, Tombeau en Torso” voor pianokwartet, enkele solostukken, waaronder de “Suite for Violoncello solo” voor de solocellist van het Düsseldorf Symphony Orchestra Nikolaus Trieb en “ Five Pieces for Large Orchestra”, een werk in opdracht van de Tonhalle, dat in januari 2008 met groot succes door de Symphoniker werd gelanceerd.

Artikelnummer

Merk

EAN

Checkout