, ,

Wolfgang Jacobi 125 Live @ Megève Festival Savoy Truffel

17,99 

+ Gratis verzending
Item NEOS 11818 Categorieën: , ,
Gepubliceerd op: 15 december 2018

infotekst:

WOLFGANG JACOBI – EEN MODERNE KLASSIEKER

»Jacobi is geen productieve of snelle schrijver. In elk van zijn werken kun je de zorg van het ontwerpproces opmerken, het precieze verantwoordelijkheidsgevoel voor elke noot en pauze, de zelfkritische verlegenheid [...] van te veel en te weinig", aldus musicoloog Erich Valentin in 1958 over het werk van Wolfgang Jacobi. En in feite was Jacobi een precieze werker, een componist die hoge eisen aan zichzelf stelde en iemand die bescheiden en eerlijk door het leven ging. Aan het einde van zijn leven had hij in totaal ongeveer 200 composities geschreven, waarvan slechts ongeveer de helft bewaard is gebleven. Veel van zijn vroege werken gingen in de Tweede Wereldoorlog verloren, andere waren later niet bestand tegen Jacobi's zelfkritiek en werden opnieuw weggegooid. Wat bewaard is gebleven is het bewijs van meesterlijk vakmanschap, artistieke expressie en een duidelijk handschrift.

Jacobi's enthousiasme voor muziek werd al op jonge leeftijd gewekt. Geboren als Karl Theodor Franz Wolfgang Jacobi op 25 oktober 1894 in Bergen op het Oostzee-eiland Rügen, groeide hij op in een goed opgeleid gezin en kreeg hij al op jonge leeftijd muzikale en culturele impulsen. Jacobi besloot pas tijdens de Eerste Wereldoorlog een professionele muzikale carrière als soldaat na te streven: nadat hij door de Fransen gevangen was genomen en aan longtuberculose leed, werd hij in 1917 naar een sanatorium in Davos gestuurd. Hier leerde hij onder meer kende de muziek van Ravel en Debussy en begon, onder de indruk ervan, zelf te componeren. Na de oorlog ging Jacobi naar Berlijn en studeerde daar tot 1922 compositie aan de muziekschool. Daarna kreeg hij een baan aan het Klindworth-Scharwenka Conservatorium in Berlijn en gaf lessen muziektheorie. Jacobi componeerde ook veel, werd freelancer voor de “Berliner Funkstunde” en kon steeds meer naam maken met zijn werken.

Jacobi behaalde zijn eerste grote succes met zijn Concerto voor klavecimbel en orkest. ‘Mijn bijzondere voorkeur voor barokmuziek en het klavecimbel bracht mij ertoe een werk te schrijven in de stijl van het neoclassicisme die kenmerkend was voor de late jaren twintig’, herinnerde hij zich later. Het werk werd in 1927 gecreëerd als een ‘Concertino voor klavecimbel en kamerorkest’ en ging in 1928 in première in de Alhambra Cinema in Berlijn door het Cinema Chamber Orchestra onder leiding van Paul Dessau en met Eigel Kruttge als solist. Twee jaar later vond in de Tonkunstlertagung in Dresden een belangrijk optreden plaats voor een prominent publiek door de Dresden Philharmonic onder leiding van Paul Scheinpflug. Het driedelige werk overleefde deze vroege versie echter niet en werd in 1947 door Jacobi herzien. Vooral op het gebied van de instrumentatie bracht hij veranderingen aan. Over de eerste uitvoering van de bewerking zei de pers in 1949: “In het orkestconcert was een concert voor klavecimbel en orkest van Wolfgang Jacobi buitengewoon boeiend door zijn lichte, speelse elegantie en fantasierijke muzikale behendigheid, die volledig recht doet aan de natuur van het instrument, zelfs in een moderne, virtuoze vorm werd."

Jacobi's carrière begon met hoop. Maar het keerpunt kwam in 1933 toen de nationaal-socialisten aan de macht kwamen: het Hitler-regime legde de componist een beroeps- en uitvoeringsverbod op, dat van kracht bleef tot 1945. Jacobi was zowel om cultuurpolitieke redenen (hij schreef werken voor de arbeiderskoorbeweging) als vanwege zijn afkomst (zijn vader was van joodse afkomst) een doorn in het oog van de nazi's. Twaalf jaar lang moest hij een gedwongen pauze nemen.

Jacobi vond met zijn vrouw en twee kinderen een tijdelijk nieuw huis in Italië. Hier kon hij afstand nemen van wat er gebeurde in het rustige Malcesine aan het Gardameer. Hij was zeer geïnteresseerd in de cultuur van het land en ontwikkelde een diepe band met Italië. Ook het toevluchtsoord werd voor hem een ​​belangrijke inspiratiebron, zoals blijkt uit veel van zijn latere composities, zoals deze Italiaanse liedjes voor sopraan en piano uit 1954. Hier zette hij, zoals in veel van zijn vocale werken, Italiaanse teksten op muziek omdat hij ook een bijzondere affiniteit had met de Italiaanse taal en deze perfect beheerste. De tekst van de twee nummers De Gelsomino tra le labbra en Rapita Europa, komen van de dichters d'Incerto en Antonio Bruni en werden door Jacobi gevoelig op muziek gezet. De nummers maken indruk met hun gratie, helderheid en subtiele melodieën.

Jacobi had zich graag permanent in Italië willen vestigen. Het deviezenverbod dwong het gezin echter in 1935 terug te keren naar Duitsland en ze verhuisden naar München. Wolfgang Jacobi woonde hier als een verstoten componist in ‘innerlijke emigratie’ totdat hij in 1945 eindelijk kon terugkeren naar het openbare muziekleven. Hij kreeg een docentschap en vervolgens een hoogleraarschap aan de Muziekuniversiteit van München. Daarnaast was hij betrokken bij diverse muziekverenigingen en -organisaties en leverde hij een enorme bijdrage aan het culturele ontwikkelingswerk in het naoorlogse München.

Ook werd hij artistiek weer actiever en schreef - nog steeds onder invloed van de duistere gebeurtenissen van het "Derde Rijk" - talloze nieuwe composities. Hieronder vallen ook de Muziek voor strijkorkest of strijkkwartet. Jacobi creëerde het werk aanvankelijk in 1948 als Streichkwartet, dat door critici werd gezien als een ontroerend ‘historisch stuk’, ‘merkbaar doordrongen van de spanningen van het heden’. Soms impulsief en ritmisch benadrukt, dan weer magisch delicaat tot ontroerend, verrast het vijfdelige werk met zijn indrukwekkende vindingrijkheid. In 1952 arrangeerde Jacobi het kwartet voor strijkorkest en droeg deze versie op aan dirigent Alessandro Derevitzky, die het werk later in Argentinië uitvoerde.

Hoewel Jacobi's composities tot ver buiten de Duitse grenzen werden uitgevoerd en hij vele successen kende, liet zijn grote artistieke doorbraak lang op zich wachten. Zijn muziek, beïnvloed door componisten als Debussy, Hindemith, Reger en Bartók, week te veel af van de avant-gardestromingen uit de jaren vijftig/zestig. Hij kreeg echter extreem veel erkenning in accordeonkringen. Rond de leeftijd van 1950 ontdekte Wolfgang Jacobi de klassieke accordeon en begon verfijnde werken voor het instrument te schrijven, die voorheen vrijwel uitsluitend in verband werden gebracht met volksmuziek, wat neerkwam op een baanbrekende prestatie. Eén van deze werken is zijn virtuoos Concertino voor accordeon en accordeonorkestSerenade en Allegro, dat in 1958 ontstond en ook bestaat in een versie met kamerorkest. Voor het concert koos Jacobi als ontwerpprincipe de eendelige sonatevorm met een langzame introductie: ‘Qua karakter is de introductie een serenade met een elegische, expressieve melodie’, legde hij uit, ‘het Allegro is een stormachtige beweging. met jazzelementen."

Jacobi verwierf bekendheid en bekendheid met zijn accordeonwerken, en zijn naam bleef altijd een begrip onder accordeonisten. Veel van zijn andere composities raakten echter na zijn dood in 1972 in de vergetelheid, totdat verschillende initiatieven hun herontdekking op gang brachten.

De werken op deze cd werden uitgevoerd op het Megève Festival Savoy Truffle en (met uitzondering van het strijkkwartet) daar ook opgenomen. De cd verschijnt ter gelegenheid van de 125e verjaardag van Wolfgang Jacobi in 2019.

Barbara Kienscherf

Meer bij: www.wolfgang-jacobi.de

programma:

Wolfgang Jacobi (1894-1972)

Concerto voor klavecimbel en orkest Op. 31 (1927/1947) * 15:42

[01] I 03:40
[02] II 06:25
[03] III 05:37

Andreas Skouras, klavecimbel
Orkest van het Pays de Savoie
Sándor Károlyi, dirigent

Italiaanse liedjes voor sopraan en piano (1954) * 08:42

[04] Il Gelsomino tra le labbra (Tekst: d'Incerto) 05:36
[05] Rapita Europa (Tekst: Antonio Bruni) 03:06

Marion Grange, sopraan
Ambroise de Rancourt, piano

Streichkwartet (1948) Wereldpremière opname 23:22

[06] I. Impetuoso 04:37
[07] II. Elegie (Andante) 05:04
[08] III. Scherzo (Allegretto) 04:18
[09] IV. Notturno (Tempo di Sarabanda, molto espresso) 05:18
[10] V. Finale (Allegro molto) 04:05

Arditti Kwartet
(Irvine Arditti & Ashot Sarkissjan, viool Ralf Ehlers, altviool Lucas Fels, cello)

[11] Serenade en Allegro (1958) * 09: 14
Concertino voor accordeon en accordeonorkest

Dimitri Bouclier, accordeon
Union Accordéoniste Mixte Genève
Pierre-André Krummenacher, dirigent

Totale speelduur: 57:07

* Live-opnames

Persrecensies:

In het nummer van juli 2019 schreef Adelheid Krause-Pichler:

Wolfgang Jacobi – een moderne klassieker

Nieuwe cd met werken van Jacobi voor zijn 125e verjaardag

(…) Wolfgang Jacobi ontdekte pas later de enorme sonoriteit van de accordeon en begon talloze werken te schrijven voor dit instrument, dat tot dan toe vrijwel uitsluitend voor volksmuziek werd gebruikt. Daarmee maakte hij van de accordeon een volwaardig klassiek instrument, zodat iedere accordeonist tot op de dag van vandaag zijn naam kent. (…)

Om bijzondere aandacht te vestigen op de neoklassieke werken van componist Jacobi, werd ter gelegenheid van zijn 125e geboortejaar een cd uitgebracht waarop gerenommeerde musici als Andreas Skouras (klavecimbel), het Orchestre des Pays de Savoie, het Arditti Quartet ... kan gehoord worden. (…) De cd, met een zeer gedetailleerd en informatief boekje, is uitgebracht door het NEOS-label.

Wat de recensent het meest ontroerde bij het luisteren naar Jacobi's werken was niet alleen de biografie van de componist die door de muziek schemerde, maar ook de nauwgezetheid van het geluidsontwerp, niets vluchtigs of triviaal, bedacht met een alerte geest en de hoogste concentratie. Het zijn geluidskunstwerken waarbij gebruik wordt gemaakt van de schoonste compositietechniek, zij het uit een andere tijd, die we beter zouden moeten leren begrijpen.

 

Artikelnummer

Brand

EAN

Checkout